Wat van ver komt is lekker

Wat van ver komt is lekker

25 maart 2020 0 Door greencitybloggers

Een keur aan keurmerken ‘helpt’ je een duurzame keuze te maken

‘Wat van ver komt is lekker’. Waar! Maar niet altijd de beste optie als je aan het milieu denkt. Het vervoer van verre producten brengt nogal wat milieu-issues met zich mee. En wat blijkt; wat van dichtbij komt is vaak ook heel lekker. Mijn oma zei het al ‘eet wat het seizoen je biedt’. Dus geen aardbeien in de winter, geen asperges in oktober en geen boerenkool in juli. Maar mijn oma wist precies wat wanneer geoogst werd, hoe en hoelang je het kon bewaren en daarnaast had ze een enorme moestuin tot haar beschikking. Ik heb dat niet en ben dus afhankelijk van de (super)markt. En daar is het nog niet zo makkelijk om duurzaam in te kopen…

Alles is het hele jaar door verkrijgbaar. Als het op dat moment in Nederland niet is, halen supermarkten het uit het buitenland. De producten moeten hierheen vervoerd worden per boot, vrachtwagen, trein of vliegtuig. Ze worden extra ‘goed’ ingepakt om beschadigingen onderweg tegen te gaan wat weer een grote hoeveelheid plastic met zich meebrengt. Maar toch zijn sommige groente en fruitsoorten uit het buitenland (bijvoorbeeld de tomaten uit Spanje) een duurzamere keuze dan Nederlandse producten uit kassen. Als de kassen geen milieubesparende maatregelen nemen en als het gaat om een product met een lage opbrengst per hectare wordt dit niet als een duurzamere keuze gezien dan wanneer we het product uit het buitenland halen. Mits het niet uit landen komt wat heel ver bij ons land vandaag ligt, binnen Europa is een duurzamere keuze dan daarbuiten.

Aanbevelingen
De Consumentenbond deed vorig jaar onderzoek naar duurzaam eten met ‘Duurzamer eten: groente en fruit bij de supermarkt’. De belangrijkste aanbevelingen die zij hier voor consumenten deden waren: kies voor groente en fruit met één of meer topkeurmerken, kies voor verse producten uit het seizoen, vermijd per vliegtuig vervoerde groente en fruit en ga voedselverspilling tegen. Concrete aanbevelingen waar iedereen iets mee kan. Maar, hoe weet je nou welke producten uit welk seizoen komen? Eerst alles opzoeken voordat je je lijstje maakt? En wat houden de keurmerken precies in? Wat blijft er over van de biologische bananen als ze in plastic worden verpakt en vervoerd worden vanuit de andere kant van de wereld? Kijkt de ‘gezonde keuze‘ ook naar arbeidsomstandigheden en een duurzame ontwikkeling?

Keurmerken
Keurmerken voor duurzaamheid stellen eisen aan milieu, dieren- en mensenwelzijn. Ze zijn ontwikkeld om de consument te helpen een duurzaam product te kiezen. Maar inmiddels zijn er zo’n 250 keurmerken en bedrijfslogo’s voor duurzaamheid. Welke zijn betrouwbaar en wat zeggen ze? Milieu Centraal maakte hiervoor dit jaar de Keurmerkenwijzer waarin zij alle voedselkeurmerken en – logo’s met een duurzaamheidsclaim op een rij zette. De meest betrouwbare keurmerken in de categorie groente/fruit zijn volgens hen: Rainforest (Rainforest Alliance zet zich in voor natuurbehoud en betere sociale omstandigheden in landbouw, bosbouw en toerisme.), Demeter (Demeter is het keurmerk van de biologisch-dynamische landbouw. De biologisch-dynamische landbouw komt voort uit de antroposofie, een levensbeschouwing die uitgaat van samenhang tussen mens, plant, dier, bodem en kosmos.), EKO (EKO is een keurmerk voor biologische producten in Nederland. De eisen van het keurmerk zijn gelijk aan die van het Europese keurmerk voor biologische landbouw.), On the way to PlanetProof (staat op plantaardige producten die het milieu minder zwaar belasten dan vergelijkbare producten.), Fairtrade (dit keurmerk richt zich op arme producenten. De missie van Fairtrade is om met steun van de consument de handel eerlijker te maken en de positie van boeren en arbeiders in de keten te versterken.) en Het Europese keurmerk voor biologisch (Dit is een keurmerk van de EU voor biologische producten. De Europese Unie heeft de meest meetbare uitgangspunten van de biologische landbouw in wetgeving vastgelegd.).

Kies voor seizoensproducten
In de Nederlandse supermarkten is het haast niet te zien waar een product vandaan komt. Daarom is het ook lastig te achterhalen is welke producten nu seizoensproducten zijn. Bijna alles is het hele jaar door verkrijgbaar. Waar je in Nederlandse supermarkten nog met een vergrootglas en veel geduld moet achterhalen waar een (vers) product vandaan komt, tonen ze in bijvoorbeeld Franse supermarkten wel duidelijk waar een product vandaan komt. Natuurlijk heeft dit ook te maken met het Franse nationalisme, maar het maakt het wel een stuk makkelijker om milieubewust je boodschappen te doen.

Door producten in kassen te laten groeien zijn we minder afhankelijk van de seizoenen en zijn veel producten het hele jaar door (uit Nederland) verkrijgbaar. Zijn deze producten dan altijd een goed idee? Nee, uit het onderzoek blijkt dat telen op het open land een minder grote ‘footprint’ achterlaat dan telen in sommige kassen. Dit heeft onder andere te maken met de energieverbruik tijdens de teelt. Dit is niet in alle kassen hetzelfde en dit verbruik wordt niet standaard gegeven bij de productinformatie. Kassen die milieusparende maatregelen nemen (en dat zijn er gelukkig steeds meer) scoren aanzienlijk hoger in duurzaamheid dan kassen die dat niet doen. Kassen die geen milieubesparende maatregelen nemen hebben een milieubelasting die wel tot acht keer zo hoog is als de meest milieuvriendelijke producten (bron: Milieu Centraal).

Per vliegtuig vervoerde groente en fruit
Het is klimaatvriendelijker om producten per boot naar Nederland te halen dan per vliegtuig. Bederfelijke en kwetsbare producten (zoals zacht fruit) wordt nog vaak uit andere continenten gehaald en wordt meestal per vliegtuig vervoerd. Als een product per vliegtuig wordt vervoerd is de uitstoot van broeikasgassen ruim veertig keer hoger per kilo product dan wanneer dit per boot gebeurd. Vervoer per vliegtuig is zelfs zo klimaatbelastend dat het de milieuklasse van het product volledig bepaalt. Bij vervoer per schip of vrachtwagen is transport vaak veel minder overheersend in de totale milieubelasting en bepaalt de opbrengst per hectare, het energiegebruik en het watergebruik ook een groot deel van de milieuscore. (Bron: Milieu Centraal)

Voedselverspilling
Als laatste aanbeveling wordt misschien wel de belangrijkste genoemd: verspil geen voedsel. Supermarkten springen hier ook steeds beter op in door kortingen te geven voor producten die bijna over de datum zijn. Deze producten zijn nog prima te eten en kunnen zelfs nog wel een paar dagen bewaard worden. Staar je niet blind op de houdbaarheidsdatum en gebruik met groente en fruit je eigen verstand. Koop slim (dus niet te veel) in, gebruik restjes voor een lunch voor de volgende dag, vries maaltijden in en maak eens iets klaar van de producten die op moeten. Daarnaast zijn er veel manieren om producten langer houdbaar te maken, denk aan drogen, het toevoegen van zout of suiker, fermentatie, het toevoegen van zuur, roken, wecken of verhitten. Of geef iets weg, maar gooi niets weg!